Traverse Dieren

Traverse Dieren heeft een betere doorstroming en een veilige stationsomgeving gerealiseerd. Door deels te ondertunnelen is de impact van de N348 op de omgeving aanzienlijk teruggedrongen.

Parklaan

Het gebied rond de N348 door Dieren heeft een enorme transformatie ondergaan door een complete reorganisatie van de wegenstructuur. 

Binnen het projectgebied zijn de volgende civiele kunstwerken vormgegeven:

  • Fiets- en fauna onderdoorgang
  • Verdiepte open tunnelbak
  • Verdiepte Fietsenstalling
  • Plein en Paviljoen
  • Brug over  het kanaal

De “Parklaan” kenmerken van het Hof te Dieren zijn als ruimtelijke kwaliteit gebruikt bij de stedelijke traverse: ’ruim van opzet met ‘gras-bomen-concept’ en ruimte voor verschillende verkeers-, verblijfs- en verbindingsfuncties. Het daarbovenop gelegen Stationsplein is hét knooppunt geworden in de Dierense samenleving. 

In een ‘Design & Build’ opgave was het onze rol om de esthetische vormgeving van de civiele kunstwerken te ontwerpen in opdracht van de “Combinatie Traverse Dieren”. 

Fiets en fauna onderdoorgang

Fiets- en fauna verbinding Ellecom maakt onderdeel uit van de Traverse Dieren en betreft een ongelijkvloerse kruising van een fietsonderdoorgang met compacte ecopassage onder de N348 door. Gelegen in het gebied “Hof te Dieren” is deze N-weg bij dit kunstwerk iets verhoogd komen te liggen en is de onderdoorgang juist onder het maaiveld gesitueerd. Daarmee is het kunstwerk onopvallend en ondergeschikt aan het landschap.

De vormgeving is qua concept helder en eenvoudig van opzet, maar de ruimtelijke situatie van het ensemble maakt het bij nader inzien toch ook complex. 

 

Feitelijk zijn het twee kunstwerken die aansluiten op de tweedeling van het bovenliggende wegprofiel. In de onderdoorgang is dit te ervaren middels een tussenruimte in de vorm van een vide. De tussenruimte is versterkt doordat de vormgeving van de randen hier identiek zijn aan de twee buitenste randen. De vide manifesteert zich daardoor als een spatie tussen de twee objecten.

In de onderdoorgang is aan de noordzijde een kleine ecopassage gesitueerd. Deze asymmetrische opbouw is als uitgangspunt gehanteerd voor de vormgeving van de aanzichten en de landhoofden van het kunstwerk. Ter plaatse van de eco-zone is de vormgeving groen en ‘zacht’, aan de zijde van het fietspad is deze ‘hard’. De rand van het dek en de vleugelwand aan de ‘harde zijde’ vormen samen als het ware één gebaar in de vorm van een haak. Deze haak is visueel extra dynamisch gemaakt doordat de vleugelwand verloopt in breedte. Van smal onderaan naar breed bovenaan. Mede daardoor kon het talud minder steil worden uitgevoerd en dus een meer open karakter krijgen.

Open tunnel

plein en parklaan

De zone van ondertunneling bevind zich in het centrum van het plangebied, dat zich vanaf “Hof te Dieren” tot voorbij de Wilhelminaweg uitstrekt. Er is een open tunnel gerealiseerd die alleen ter plaatse van de Harderwijkerweg, het stationsplein en de Wilhelminaweg dicht zijn uitgevoerd om daarmee de ongelijkvloerse kruising mogelijk te maken. Aan de zuidzijde, in de oksel tussen het plein en de tunnelbak, is de verdiepte fietsenstalling gesitueerd. 

De rand van de open tunnelbak is autonoom en een robuust object in de Parklaan. De rand is vormgegeven als een eenduidig gebaar en fungeert tevens als valbeveiliging van de tunnelbak. Aan de buitenzijde is een abstract gras-motief dat als verdiept reliëf in het beton is opgenomen. Deze textuur is beeldbepalend en zal met name bij de waarneming van dichtbij een meer verfijnd karakter aan dit autonoom object geven. Gras motief is gekozen omdat dit fraai aansluit bij het grazige maaiveld waarop het aansluit. De afdekrand is niet scherp maar wel wel zo afgeschuind waardoor er geen lege frisdrank blikjes o.i.d. op de rand kunnen worden neergezet. 

Op de plekken waar het maaiveld over de tunnelbak kruist is een afwijkende balustrade toegepast. Deze bestaat uit een staande houten lamellen structuur. 

Deze lamellen zijn parallel aan de as van de tunnel georiënteerd waardoor er vanuit de tunnelbak een optimale doorkijk ontstaat. 

Strepen aan de onderzijde van het dek versterken de lamellenstructuur. Om geluidsreductie van het wegverkeer te bewerkstelligen zijn de wanden van de tunnelbak met een geluidsabsorberend houtvezelbeton met verticale cannelures bekleed.

Paviljoen

Het paviljoen heeft een verticale raamstructuur met daarop een expressief dakvolume in een lichtblauwe kleur. Deze kleur geeft subtiel iets meer expressie aan het volume en versterkt tevens de leesbaarheid van IJssel thema aan deze zijde van de traverse en contrasteert met de gele wereld van het plein. Deze folly geeft de gebruikers van het plein en mensen die wachten op de bus de mogenlijkheid tot meer beschutting tegen weer en wind. De vorm van het paviljoen verloopt over de lengte-as in hoogte. Dit geeft meer expressie aan de langwerpige structuur en geeft oriëntatie middels hoogte accent richting het station en busperron. Het schuine dak geeft vanuit de tunnelbak een mooie tegenbeweging met de schuine balustrade rand van het dek. 

Keypartners:

bouwcombinatie Besix-Hegeman-Mourik

Cleveringa-advies

We hebben je toestemming nodig om de vertalingen te laden

Om de inhoud van de website te vertalen gebruiken we een externe dienstverlener, die mogelijk gegevens over je activiteiten verzamelt. Lees het privacybeleid van de dienst en accepteer dit, om de vertalingen te bekijken.